Het is moeilijk om te peilen hoe de conditie van een mens is, al doe je nog zo veel onderzoeken.
Er zijn voorbeelden te over, dat een patiënt de spreekkamer van de dokter verlaat na te horen te hebben gekregen, dat zijn/haar conditie perfect was en op de gang een hartinfarct of een hersenbloeding krijgt. Deze dingen zijn niet te voorspellen en wat je ook laat onderzoeken, toekomst blijft onzeker.
Alle onderzoeken, die ik hierboven bedoel zijn detailonderzoeken: zij hebben het maar over een klein gegeven, dat bv een total body scan kan zijn, maar het enige wat daaruit geconcludeerd kan worden zou een anatomische afwijking zijn. Zo is ook een ECG niet meer dan een momentopname van de elektrische geleiding door het hart en is de interpretatie slechts beperkt. Uit dat soort onderzoeken kan een diagnose gesteld worden, maar geen conclusie over het totale functioneren volgen. Het BETA-Vincent onderzoek is juist wel bedoeld als een bepaling over het totale functioneren, wat uitgedrukt kan worden in een maat voor immuuncompetentie.
Prof. Louis Vincent was een hydroloog, die criteria zocht voor de kwaliteit van drinkwater. Na lang zoeken vond hij drie waarden, die de uitdrukking zijn van goed water:
1. De zuurgraad = pH
2. de oxydatiegraad = rH2
3. de geleidingsweerstand = R
Uit deze drie waarden kon hij afleiden, of het water van goede kwaliteit was, zonder in detail te treden over de concentraties van enkelvoudige stoffen.
De zuurgraad of pH betekent de omgekeerde logaritme van het aantal waterstofionen (H+). Hoe lager de pH, , ofwel hoe meer H+, des te zuurder is het water. Als er te weinig H+ is, wordt het water alkalisch. Als water in evenwicht is, is de pH 7, dan is er evenveel H+ als OH-, dus H20: zuiver water. Er moet een oorzaak zijn voor de verschuiving van de zuurgraad, wat wordt toegeschreven aan toevoeging van zure of alkalische stoffen. Verschuiving van de pH betekent dus onzuiverheid van het water.
De oxydatiegraad of rH2 is een maat voor de hoeveelheid vrije (niet gebonden) elektronen in een vloeistof. Hoe meer vrije elektronen, des te lager is de rH2. Bij oxydatie gaan er vrije elektronen verloren (worden gebonden, een soort roest) en bij reductie komen er vrije elektronen bij. Zuiver water bevat veel vrije elektronen, die een binding kunnen aangaan (OH- heeft een vrije elektron, waaraan H+ kan binden). Als er andere stoffen (elektrolyten, zoals metaalionen en halogeenionen) in het water zitten, worden de elektronen weggevangen en oxideert het water. De rH2 stijgt dan, wat een uiting is voor vervuiling.
De geleidingsweerstand of R is een maat voor het aantal opgeloste stoffen (elektrolyten) in de vloeistof, die naarmate het er meer zijn beter de elektriciteit kunnen geleiden. Zuiver water is een slechte geleider, maar vervuild water geleidt veel beter. Bij toename van de geleiding daalt de R-waarde, bij afname stijgt hij. De R-waarde is zo ook een maat voor de vervuiling van water.
Prof. Vincent kwam op het lumineuze idee, dat niet alleen water vaste normwaarden heeft, maar ook andere vloeistoffen, zoals onze lichaamssappen. Hij koos daarvoor bloed, speeksel en urine en liet door proefnemingen met gezonde vrijwilligers de normwaarden onderzoeken. Toen hij die had kon ook de vervuiling in het menselijk lichaam worden vastgesteld, zonder in detail te treden. Hij noemde de toestand, die gemeten wordt, het “terrain”. Uit de gevonden waarden kan een grafiek gemaakt worden, waaruit het terrain visueel afgeleid kan worden en door omrekening kunnen de gegevens ook worden geïnterpreteerd voor de kans op kanker, de kans op trombose, het vermogen tot zuivering, de afweerkracht, de mate van toxische belasting, en tenslotte ook de integraalwaarde, die de conditie naar de leeftijd weergeeft. En er zijn nog vele andere conclusies uit een BETA (bio-elektronische terrain analyse) te trekken.
Na een BETA-Vincent onderzoek weet de arts, hoe het terrain is en met welke leeftijd de immuuncompetentie van de patiënt overeenkomt. Hij ziet daaraan of de patiënt door maatregelen, die de zuiverheid vergroten moet worden geholpen. Die maatregelen zijn over het algemeen voeding, voedingssupplementen en leefstijl. Verder kan hij zeggen, of de lever en de nieren voldoende werken. Hij kan aangeven, of er bloedarmoede of urineweginfectie is. Er blijkt uit of er voldoende zuurstof wordt opgenomen en of er te veel of te weinig vocht aanwezig is. . Hij kan weten of de alvleesklier voldoende werkt en of er spijsverteringsstoornissen of diabetes(-aanleg) bestaan. Hij kan zien of het lymfatische systeem overbelast is. Hij weet of de patiënt meer moet drinken, meer groente of meer of minder vlees moet eten. Hij kan kortom bedenken, hoe het terrain verbeterd kan worden en waarop gelet moet worden voor de verbetering of preventie van ziekten. Door het terrain te verbeteren vermindert de ziekte en verbetert de prognose.
Natuurlijk is een BETA-Vincent onderzoek niet alleen zaligmakend. Het is een goed uitgangspunt voor de behandeling van chronische ziekten en vage klachten en vooral ook bij kanker. Op grond van het onderzoek en de symptomen van de patiënt kunnen andere onderzoeken nodig zijn. Soms eenvoudige, zoals een bloed- of urineonderzoek, soms ook een functieonderzoek of andere onderzoeken om een diagnose te kunnen stellen. Het is de taak van de arts steeds de diagnose zeker te maken voor hij een therapie start. Een BETA is op zich geen diagnose, maar een aanleiding tot gegronde vermoedens, waaruit een diagnose kan volgen.
Een BETA-Vincent onderzoek is niet belastend: de patiënt komt nuchter met de drie eerste urinemonsters na het slapen. Er kan speeksel worden geproduceerd in de praktijk of als hij/zij met de auto komt onderweg. In de praktijk wordt bloed geprikt en eventueel nog een urinemonster afgenomen, waarna er kan worden ontbeten. Kort na het onderzoek zijn alle waarden bekend en kan tijdens een consult de interpretatie besproken worden.